Alternatieve materialen (2016-03-21) Hogeschool van Amsterdam
Samenvatting:
Alternatieve materialen (2016-03-21), Hogeschool van Amsterdam.
Thema: alternatieve en biobased materialen als vervangers van fossiele materialen.
Ontwerpcriteria en toepassingen van biobased.
Sprekers en presentaties: Jan Siebers (inleiding), Iris van Wijk (3D printen met bio-materialen) , Inge Oskam (Ontwerpen met bio-based materialen), Rogier ten Kate (afstudeerprojecten), Marjet de Jong (Coffeebased), Lisanne Jasperse (biobased kamer / geluidsscherm) allen HvA, Wim Poelman, MaterialDesign (Hoe werkt materiaalbeleving)
Op Materials2016 is een presentatie over alternatieve materialen gehouden door Ton Hurkmans en Wim Poelman, met als basis de presentaties die gehouden zijn bij de Hogeschool van Amsterdam.
Deze beleving van alternatieve materialen vond plaats op 21 maart 2016 van 17.30 uur tot 21.00 uur in de Hogeschool van Amsterdam, Weesperzijde 190, 1097 DZ Amsterdam
Alternatieve materialen staan sterk in de belangstelling. Is dit een hype of een trend?
Een hype gaat over, maar een trend moet je serieus nemen als signaal voor verdere ontwikkelingen in de toekomst. We moeten ons de vraag stellen waarom we behoefte hebben aan alternatieve materialen. Er zouden drie redenen kunnen zijn:
– Met alternatieve materialen kunnen we een duurzamere samenleving realiseren
– Met alternatieve materiaaltechnologie kunnen we technische functies realiseren die niet mogelijk zijn met traditionele technieken.
– Met alternatieve materiaaltechnologie kunnen we belevingsfuncties realiseren die niet mogelijk zijn met traditionele technieken.
Op 21 maart ging het hoofdzakelijk om deze belevingsfuncties.
Bij beleving is het niet zozeer van belang of materialen alternatief zijn. Van belang is met name dat zij een boodschap uitdragen en/of associaties oproepen. Verwondering is een belangrijk aspect van beleving en een directe manier om verwondering op te roepen is het ongewone.
Het ‘ongewone’ speelt een belangrijke rol in kunst en vormgeving. Het is niet ‘gewoon’ om een Louis 15 stoel te decoreren met beeldtaal uit het pointillisme.
Het is evenmin ‘gewoon’ om een lamp te ontwerpen gebruikmakend van het materiaal koffiedik.
Doorbreken van onze gewoonten bij het toepassen van materialen in producten kan leiden tot nieuwe belevingen. Hierop zullen we ons focussen bij de Beleving van alternatieve materialen op 21 maart.
Duurzaamheid
Vaak is de ontwikkeling van alternatieve materialen gericht op circulariteit en beperking van het gebruik van fossiele grondstoffen. Dit is geheel in lijn met de gedachten van Thomas Rau die op 29 januari jl. een presentatie hield op dezelfde locatie als waar deze Beleving zal plaatsvinden. De aarde is een gesloten systeem betoogt Rau en we moeten ons als mensheid dan ook beperken tot activiteiten die omkeerbaar zijn. Gebruik van fossiele grondstoffen is niet omkeerbaar. Een gebouw moet volgens architect Rau worden opgevat als een materialenbank. Een bank waar materialen tijdelijk in ‘belegd’ worden. Op het moment dat de materialen geen ‘rendement’ meer opleveren worden ze belegd in een andere bank c.q. gebouw. Soms zal de nieuwe toepassing ‘ongewoon’ zijn. Thomas Rau gebruikt, bijvoorbeeld, afgeschreven houten pallets als gevelbekleding. Een door hem ontworpen bedrijfsgebouw in Duiven bestaat voor 80% uit hergebruikte materialen.
Nieuwe technische functies
Alternatieve materialen worden, ten onrechte, nogal eens uitsluitend gezien als vervanger van bestaande materialen. Alternatieve materialen kunnen echter nieuwe functies toevoegen die onmogelijk te realiseren zijn met bestaande materialen. Neem alleen al het feit dat veel bio-based matyerialen verwarmd kunnen worden d.m.v. magnetron straling, wat met traditionele materialen zelden het geval is.
Maar ook qua mechanische eigenschappen kunnen alternatieve materialen interessant is. Zo is aan de TU-Delft bewezen dat het vullen van beton met rijstvlies betere mechanische eigenschappen oplevert dan het vullen met vliegas. Spinrag behoort nog steeds tot de sterkste vezels die er bestaan en de natuur komen technische functies voor waarvan wij als ontwerpers slechts kunnen dromen, zoals de lichtproductie door vuurvliegjes en, überhaupt, krachtuitoefening door spierweefsels. Zo zijn er veel voorbeelden.
Belevingsfuncties
Deze bijeenkomst gaat met name om de beleving van biomaterialen. Beleving komst in het algemeen tot stand door drie verschillende invloeden: de zintuiglijke waarneming, de context van die waarneming en de connotatie.
In veel gevallen is de zintuiglijke waarneming niet anders dan bij traditionele materialen, maar er zijn ook voorbeelden dat dit anders ligt. Vaak heeft dit te maken met het anders reageren op vocht, zoals bij textiel. De tactiele ervaring met katoen kan vrijwel niet geïmiteerd worden met polyester.
De context is ook van grote invloed op de beleving. In kleding ervaart men materialen nu eenmaal anders dan als het gaat om wandbekleding.
Met connotatie wordt de kennis en ervaring van de waarnemer bedoeld, evenals zijn / haar waarden en normen. Kennis van het materiaal heeft invloed, evenals het feit of de gebruiker toepassing van alternatieve materialen belangrijk vindt, of, slechte ervaring met die materialen heeft. De auteur van deze tekst heeft een hekel aan marmer omdat hij vroeger, op een internaat, twee keer per dag naar de kerk moest die vol zat met marmer.
De populariteit van alternatieve materialen is nauw verbonden met de groeiende bewustwording van de eindigheid van fossiele bronnen en de schadelijkheid van processen die ten grondslag liggen aan veel traditionele materialen.
Bio-based materials
Een belangrijke groep alternatieve materialen wordt tegenwoordig aangeduid als “bio-based materials”. De Hogeschool van Amsterdam, gastheer van deze beleving, kan beschouwd worden als een belangrijk kenniscentrum op dit gebied. Onlangs werd aldaar het boek “ontwerpen met bio-based plastics” gepubliceerd (zie figuur 1), maar het onderzoek richt zich niet alleen op plastics.
Vele afstudeerders aan de opleiding Integrated Product Design hebben natuurlijke materialen als thema gekozen voor hun afstudeerwerk, Voorbeelden zijn stro, (gaarne aanvullen) en zelfs koffiedik.
Een interessant onderzoekthema aan de hogeschool is het 3D printen van biomaterialen. Ook hierover publiceerde de Hogeschool een brochure (Zie figuur 2.
Reden genoeg om op 21 maart tijd in te ruimen voor korte studentpresentaties.
Programma 21 maart 2016
17.30 uur Ontvangst met koffie en broodjes
18.00 uur Welkomstwoord, Jan Siebers, hoofd Integrated Product Design
18.10 uur Hoe werkt materiaalbeleving. Spreker: Wim Poelman
18.40 uur 3D printen met bio-materialen, spreker: Iris van Wijk
19.10 uur Pauze
19.30 uur Ontwerpen met bio-based materialen, spreker Inge Oskam,
Lector Technisch Innoveren & Ondernemen, onderzoeksprogramma Urban Technology | thema Circular Design & Smart Production
20.00 uur Presentaties afstudeerprojecten met alternatieve materialen o.l.v. Rogier Ten Kate
20.30 uur Discussie
21.00 uur Sluiting en drankje
Comments are closed here.