Terugblik op de beleving van Materialen door Ontwerpers
door Karen Laird
Hoe kijken ontwerpers tegen materialen aan? Dat was het thema van de bijeenkomst
in het kader van “de beleving van…” op 11 december op de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft. Voor veel ontwerpers lijkt materialenkennis van ondergeschikt belang in de dagelijkse ontwerp praktijk. Materialen en materialenontwikkeling spelen echter wel een rol bij innovatie en ontwikkeling. Hoe beleven ontwerpers dit?
De kunst van materialen innovatie
Docent industrieel ontwerpen/ kunstenaar Jacob Alkema beet de spits af met zijn inleiding ‘Material Design: a new design discipline?’, waarin hij de luisteraars voorhield dat materiaalontwerp, als zodanig, niet als aparte ontwerp methodiek erkend wordt. Dit terwijl de meeste materialen in de afgelopen 20 jaar ontwikkeld zijn. Er wordt beweerd dat materiaalontwikkeling een proces is analoog aan het productontwikkelingsproces. Beide beginnen met een idee. De vraag is echter: wanneer is iets een materiaal? Nieuwe materialen worden meestal gepresenteerd als producten, die uit nieuwe materialen zijn gemaakt. Een materiaal staat niet alleen. In feite gaat het meestal om innovaties in materiaal systemen, in plaats van materialen innovaties.
Als kunstenaar is Alkema constant aan het experimenteren met de mogelijkheden van materialen, met name van keramiek en beton. Hij is voornamelijk actief op het raakvlak tussen materiaalontwerp en materiaalontwikkeling. Vanuit zijn ervaringen met het ontwikkelen van materialen – en zijn experimenten om tot bepaalde effecten en nieuwe materialen te komen – concludeerde hij uiteindelijk dat een methodologie voor het ontwikkelen voor nieuwe materiaal systemen het innovatieproces kan stimuleren, en vervolgens tot innovatieve materialen kan leiden. Voor Alkema is het duidelijk: de vraag of er verschil is tussen materialen ontwikkeling en materialen innovatie beantwoordt hij met een ferm en overtuigend “ja”.
Voeling met materialen
De tweede spreker was Dr. Elvin Karana, onderzoeker en docent IO aan de TU Delft. Zij belichtte de noodzaak om materialenkennis te integreren in de opleidingen tot industrieel ontwerper om studenten ontwerpmatig te leren denken over materialen en materialenselectie. In het verleden werd de nadruk gelegd op analyse. Volgens Karana moesten de studenten fysieke contact kunnen hebben met verschillende materialen, of, zoals zij zei: “to be able to feel, look and see materials”, om voeling met materialen te ontwikkelen. Hiertoe is in samenwerking met een aantal studenten, die dit als project uitvoerde, een materialenbibliotheek ingericht. Gekoppeld hieraan ontwikkelde Karana de materialencursus ‘Materials for Design’. Het slaat aan: met dit jaar 46 studenten die zich ingeschreven hebben is deze cursus helemaal vol. “Terwijl”, zegt Karana, “studenten meestal een hekel hebben aan materialencursussen.” Het lijkt erop dat de komende generatie ontwerpers hard bezig is een andere beleving van materialen te ontwikkelen dan hun voorgangers.
Materialen produceren een eigen lichaamstaal
‘Paardrijden als metafoor voor ‘Smart Materials interfaces’ was de intrigerende titel van de bijdrage van Dr. Wim Poelman. Paardrijden, Wim?
Hij legt uit: “De vraag die hierbij centraal staat is: is de interface aan het verdwijnen als afzonderlijk fenomeen? We zien een paradigmaverschuiving, van man – interface – machine naar man – machine. Producten worden niet meer gedefinieerd door design alleen: er is zoiets als een contract tussen man en machine. Er zijn regels voor samenwerking ontwikkeld.”
Sinds haar bestaan gebruikt de mensheid technologie om producten en hulpmiddelen te ontwikkelen die haar ‘kunnen’ – met betrekking tot snelheid, kracht, communicatie en noem maar op – te vergroten. “Volgens Donald Schön is dit zelfs de belangrijkste doel van technologie”, aldus Wim. In die zin is een paard ook een product, maar een product zonder knoppen en instellingen. Het product ‘paard’, zegt hij, “vergroot onze mobiliteit; zo bezien is het één van de eerste slimme producten: een machine die communiceert en interacteert met de mens.”
Intelligente producten gaan steeds meer in de richting van dit soort directe communicatie met de mens door het gebruik van ‘lichaamstaal’. Wim: “Het zijn producten die een eigen agenda hebben, die communiceren via onder andere beweging, vorm of kleur. Wij hebben als voorbeeld een intelligente stofzuiger ontwikkeld met een groep studenten, waarbij zij moesten vertellen wat de stofzuiger – via lichaamstaal – wilde ‘zeggen’. Zo ging de stofzuiger steeds meer lijken op een paard…”
Hierbij gaat het niet zo zeer om intelligente materialen, maar een intelligent gebruik van materialen. Op dit vlak valt nog steeds veel werk te doen en veel technologie te ontwikkelen. Er is al veel mogelijk – denk aan de nieuwe responsieve materialen die gevoelig zijn voor bepaalde prikkels – maar nog niet op grote schaal. “Een kans voor onderzoekers op het gebied van de biomimicry,” zegt Wim. “Bij een paard is deze technologie vanzelf ingebouwd. Het is nog een hele klus om dat succesvol te imiteren.”
Dit laatste punt kwam ook veelvuldig naar voren tijdens de discussie. De natuur doet dit alles met gebruik van ‘organic material’ en ‘soft connections’. Wij moeten allerlei technologien ontwikkelen om een klein beetje datzelfde te kunnen bereiken. Bovendien: zijn er geen onbedoelde consequenties? Hoe kunnen wij er voor zorgen dat de technologie voor ons werkt, en niet tegen ons? Het is ook een cultuurkwestie, werd er gesteld. De mentaliteit is niet overal hetzelfde en verschillende culturen hebben andere waarden ten aanzien van hoe er met de aarde, grondstoffen (en de dreigende tekorten daaraan) en technologie omgegaan wordt.
zie de presentatie van Wim Poelman: Horse riding as a metaphor for smart material interfaces
David Peck, docent IO aan de TU Delft die de discussie leidde, rondde de discussie af door te stellen dat we wellicht nu pas aan het begin stonden van een materialen tijdperk, of, zoals hij zei, een ‘materials Zeitgeist’. “Are they bursting to the fore?” vroeg hij zich af.
Misschien wel. Dan is in ieder geval nu een goed moment om wat langer stil te staan bij het belang van materialen en hun rol in het ontwerpproces en productontwikkeling.
.
.
.
Comments are closed here.